Site-archief

Review: eHealth Implementatie congres 1 december ’15

Samen met twee collega’s, Conny Roos en Piet van Wijk heb ik dit congres, georganiseerd door Springer Media, in Utrecht bezocht.

Helaas kon ik zelf alleen de workshops in de middag volgen. Hierbij wat highlights m.b.t. twee van de door mij gevolgde workshops.
Als eerste van Erik Vollebregt:

Jur do dont

Dit zijn de grote vragen die uit de presentatie naar voor kwamen?

  • Wanneer is een programma/app nu te definiëren in het kader van een ondersteuning van je eigen gezondheid en wanneer verschuift dit naar “medisch”?
  • Afweging bescherming privacy i.r.t. de noodzaak te zoeken naar “(un)known unknown” in het kader van (medisch)onderzoek?
  • Naar welke standaarden moet alles en iedereen werken voor publieke gezondheidszorg?

Maar waarom dan? het blijkt soms lastig om een scheidslijn te trekken tussen een programma/app die als enig doel heeft om zelfstandig met je gezondheid aan de slag te gaan dan wel dat deze ook een medisch karakter heeft. Een app die bijvoorbeeld je hartslag of bloeddruk meet…. waar zou jij die zelf onder scharen? Daarbij is het ook zo dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg programma’s en apps steeds frequenter controleert aan de hand van het Besluit Medische Hulpmiddelen. Zij checken daarbij apps in appstores, binnen de sector/instelling ontwikkeld en gebruikt, dan wel extern ontwikkeld door een bedrijf of particulier. Indien er geen CE markering blijkt te zijn kan er een boete worden opgelegd die kan  oplopen tot €900.000,–. Hiertoe zijn er de afgelopen tijd al 4 boetes uitgereikt van zo’n €80.000,–.

Check ook:
ict z

Het blijkt dus soms nog lastig om iets goed te classificeren. Wet en regelgeving is vaak, ook in Europeesverband, vaag en onduidelijk en soms zelfs eHealth vijandig. Nederland blijkt daarbij ook geen koploper te zijn maar lijkt wereldwijd verder af te zakken. Ten opzichte van een groot deel van de andere lidstaten van de EU gaat Nederland achterlopen.

Gegeven voorbeeld “het EPD”. Daarbij wordt aangegeven dat Nederland te veel op zichzelf is gericht en te weinig kijkt, en in overleg met landen gaat waar dit wel succesvol geïmplementeerd is. Men tracht het wiel opnieuw uit te vinden en blijft “doormodderen” op de ingeslagen weg. Kleine initiatieven worden daarbij niet genoeg gestimuleerd en grotere initiatieven treft men mismanagement bij aan.
Binnen de EU blijken er toch ook grote verschillen. Binnen EU verband heeft men zeker grote ambities maar bijna geen bevoegdheden, geen uitwisseling en te weinig zicht op best practices.
De EU heeft op dit moment als doel het thema “bescherming persoonsgegevens”, “veiligheid/werkzaamheid medische hulpmiddelen” en “e-Identificatie”.

Kortom was het een kritisch beschouwende, en waarschuwende workshop.

Ook interessant:conv


Indruk Piet van Wijk, docent coördinator Care opleidingen

In het plenaire ochtendprogramma hebben we met name de ervaringen met eHealth binnen de psychiatrie verwoord gekregen.  Duidelijk kwam naar voren dat eHealth een belangrijke pijler in de behandeling van patiënten met een psychiatrische stoornis kan zijn  en dit deels al  is. Nog niet helemaal duidelijk is op welke patiëntengroepen dit  het meeste effect heeft. Hier zal meer onderzoek naar gedaan moeten worden.
In de middag een workshop gevolgd over het betaalbaar implementeren van eHealth. Dit was een zeer enthousiast gebrachte presentatie die echter voor een docent  zonder, economische opleiding , lastig te volgen was. Hierna een sessie over hoe je de medewerkers op de vloer kunt ondersteunen bij de invoer van eHealth en de essentiële stappen die hierin gezet dienen te worden. Tenslotte een workshop over de succesvolle mislukkingen binnen eHealth. Hierbij was het soms gissen of het om een echte mislukking ging of wel degelijk een succes.
Al met al een leerzame dag en gezellige dag. Het belangrijkste wat ik er van meegenomen heb: Als eHealth binnen de zorg nu reeds wordt toegepast zal dit binnen het onderwijs van de verpleegkundige (vervolg) opleidingen ook in het curriculum moeten worden opgenomen. E-health zal immers een als maar  prominentere  plaats in de zorg krijgen, zowel intra- als extramuraal.

 

De tweede die van Saskia Timmer over “Adoptie van eHealth door online leren”. eh adop

Als eerste een gesteld dilemma bij de invoering van eHealth, die feitelijk op heel veel innovatietrajecten te leggen is….ook bijvoorbeeld bij onderwijsontwikkeling: Professionals willen in hun flow werken waarbij eHealth als innovatie ontwricht en schuurt.

De oplossing die kan leiden tot een succesvolle verandering zit in de manier van aanpak.

Hierbij wordt uitgegaan van de theorie van T. Knoster (1991) Visie is daarbij van belang om niet tot “verwarring” in de organisatie te leiden. Daarbij dient het belang met daarbij de impact/consequenties duidelijk gecommuniceerd te worden om de weerstand te verminderen. Verder benodigd een goed plan en genoeg middelen om chaos en frustraties te voorkomen. Verder is een goed inzicht in, inzet van, opschalen van en communicatie m.b.t. competenties van belang om “angst” bij medewerkers te voorkomen.

Verdere uitdieping vond plaats m.b.t “Mensfactoren veranderweerstand”

Op zich tot nu toe niet onbekend, wel bij mij weer wat naar de achtergrond geraakt, dus wel weer eens goed om bij stil te staan.

Het vervolg ging natuurlijk over, de titel zei het al,  over hoe online leren dit traject kan ondersteunen. Hiertoe heeft het betreffende bedrijf, Changing Healthcare, een onderzoek gedaan. De uitkomst leidt tot het vormgeven van een adaptief maatwerkleertraject. Hierbij dient het persoonlijk profiel als basis voor een leerpad te dienen op basis van competenties en leerstijl. Aansluitend werd stilgestaan bij de door hun ontwikkelde opleidingsmethode om succesvol te kunnen implementeren.

oplm

Duidelijk verhaal met wel een acquisitie kantje.

Vanuit mijn kant, onderwijs, bekeken een goede opfrisser. Goed uitgangspunt om uit te gaan van het individu bij het vormgeven van een leertraject. Of dit altijd op alle aspecten haalbaar zal zijn is wel de vraag. In het reguliere onderwijs helaas niet. Altijd zullen er op basis van kosten/baten concessies gedaan moeten worden om te komen tot een aantal (betaalbare) varianten. Neemt niet weg dat je met on-line leren ook hier steeds meer mogelijkheden krijgt in het aanbieden en doorlopen, tijd-plaats-tempo onafhankelijk, van je leerstof.


Indruk Conny Roos, docent verpleegkunde opleiding

Bij dit congres hebben verschillende sprekers hun woord gedaan over implementatie van eHealth. Het is daarbij moeilijk om  een  goede samenvatting  te geven omdat het vanuit verschillende invalshoeken wordt belicht. Ik kies er voor om een paar opvallende items voor mij te beschrijven.

De belangrijkste boodschap is dat implementeren van eHealth een moeilijk proces is.
Inmiddels zijn er meer dan 30.000 apps in Nederland en meer dan 70.000 apps in Europa ontwikkeld. Je kunt eigenlijk spreken van een soort wildgroei waar nog niet genoeg mee wordt gewerkt.
Belangrijk is dat er voor de implementatie tijd wordt uitgetrokken en dat er financieel in wordt geïnvesteerd.

Er zijn verschillende onderzoeken gedaan om in beeld te krijgen waarom het implementeren nu zo lastig is. Een van de oorzaken is dat de technologie zo snel gaat, dat we min of meer worden ingehaald door de ontwikkelingen. Verder is er de angst dat het een vervanger is i.p.v. een middel tot efficiëntere betere zorg.
Ook is er sprake van versnippering in ICT land en is er geen duidelijke regie. Zelfs de onderzoekmethoden van nu passen eigenlijk niet meer bij de nieuwe ontwikkelingen.

Herkenbaar is om te horen dat digitaliseren in de zorg in eerste instantie begint bij alle teksten digitaal te zetten. We beginnen bij A en eindigen bij Z.  Men komt er nu achter dat dit niet de juiste manier is, maar dat er veel meer in kleine componenten gewerkt moet worden.  Voor mij is dit is ook herkenbaar in het onderwijs.  De afgelopen jaren hebben we een digitaal ondersteuningsmagazijn, maar dit is niet meer dan opdrachten digitaal zetten.

Als laatste wil ik nog noemen dat eHealth niet de vervanger moet zijn van de zorg, maar een aanvuller. Voorbeeld zijn de blended vormen. Deels face to face en deels online.
Er wordt meer gezocht naar win- win situaties.
De transfer naar het onderwijs is voor mij heel herkenbaar. Het is belangrijk dat we verpleegkundigen leren werken met hun digitale taak. Het is geen vervanging maar een aanvulling met als doel de kwaliteit van zorg te verbeteren.

Geïnteresseerd in alle presentaties?

Klik dan hier:ehe con

 

 

 

Gratis app? Nee hoor, je betaalt met je gegevens.

Een keer geen artikel van eigen hand. Echter vond ik onderstaand artikel te interessant om niet even de aandacht op te vestigen. Gezien bij EditieNL van RTL4, op 27 oktober, en daarna verder gelezen op de betreffende site.

Goed om bij stil te staan voor jezelf als privé persoon, als werknemer (bij ons het merendeel docenten) of als onderdeel van lessen aangaande mediawijsheid voor studenten.
Natuurlijk is er ook niets mis mee om kinderen/jongeren/studenten hierop te attenderen of hierover in gesprek te gaan.


Gratis app? Nee hoor, je betaalt met je gegevens.

smph

“Mag ik al jouw smartphonefoto’s en contactgegevens hebben, in ruil voor een gratis kopje koffie?” Nee, natuurlijk niet, zeggen de meeste mensen. Maar als we voor een kop koffie niet willen betalen met onze contactgegevens, waarom doen we dat dan wel massaal voor ‘gratis’ apps?

Elke app heeft een prijs, ook alle gratis apps: daarvoor waarschuwt de ConsuWijzer met een nieuwe campagne, waarin ze gratis koffie wordt uitgedeeld in ruil voor gegevens. “Wat veel mensen niet beseffen, is dat je voor gratis apps ook gewoon betaalt met je gegevens”, zegt Saskia Bierling van utoriteit Consument en Markt (ACM).

“Soms is het functioneel om toegang tot je gegevens te bieden: een hardloopapp heeft je locatiegegevens nodig, dus dan is het noodzakelijk, anders werkt de app niet. Maar vaak worden ook gegevens doorgegeven die helemaal niet nodig zijn voor de app zelf.”

Klakkeloos toestemming verleend Welke gegevens de apps allemaal kunnen verzamelen, verschilt per app en per toestel. Bij het installeren van de app moet je vaak toegang geven tot die gegevens: denk aan toegang tot de camera, locatiegegevens en al je contacten. Veel mensen klikken klakkeloos op ‘ja’. 92 procent van de jongeren geeft toe meestal niet eens de moeite te nemen om de voorwaarden door te lezen, meldt ACM.

Maar ze weten vaak niet dat het bedrijf hun gegevens doorverkoopt en dat deze gegevens bij elkaar worden opgeteld tot een volledig profiel, aldus ACM. “In het onderzoek geven jongeren aan dat ze veel belang hechten aan hun privacy online, maar als je vraagt naar concrete acties op dat punt, blijkt dat ze niet veel moeite doen om hun privacy online te beschermen.”

Bekijk hier het campagnefilmpje:

app dwl

Zo voorkom je dat apps al je gegevens verzamelen

Gratis apps zijn helemaal niet zo gratis: je betaalt met allerlei gegevens die de apps via je smartphone verzamelen. Tenzij je daar zelf een stokje voor steekt. Techdeskundige Nina Philomene Verberne geeft tips om je privacy te beschermen.

  1. Check de voorwaarden voordat je een app download “Op het moment dat je een app downloadt, kun je in de voorwaarden zien tot welke gegevens de app allemaal toegang wil. Je moet hier toestemming voor geven, dus denk daar altijd even over na”, zegt Verberne.
  2. Pas de instellingen aan van je smartphone Maar ook bij apps die je al lang op je telefoon hebt staan, kun je achteraf nog ingrijpen. “Zowel bij iOS als bij Android kun je via Instellingen je privacygegevens goed aanpassen, dat kan zelfs per app. Alleen in het geval van Android moet je daar de nieuwste update voor hebben: Marshmallow (Android 6.0) In oudere versies is deze optie nog niet beschikbaar.”
    • Voor Android-gebruikers: belangrijkste tip voor Android-gebruikers is dus: update zo snel mogelijk je software naar Marshmallow zodat je dit kunt instellen. Marshmallow is nog niet voor alle toestellen beschikbaar: lees hier welke toestellen de update als eerste krijgen. “Voor mensen met een ander toestel is het nog even afwachten.”Je kan op oudere Android-systemen wel al zien welke gegevens je deelt via apps: ga naar Instellingen > Applicatiebeheer. Daar zie je al je apps: klik op de app die je wilt checken en scroll naar het kopje Machtigingen. Daar zie je tot welke informatie die app toegang heeft. Wil je niet dat die app zoveel van je ziet? Dan kun je ‘m het beste verwijderen, tot de nieuwe update van Android beschikbaar is.
    • Voor iOS-gebruikers: ga naar Instellingen > Privacy. Daar zie je onder andere de kopjes Contacten, Locatievoorzieningen, Camera, Agenda, etc. Onder elk tabje kun je zien welke apps toegang hebben tot die gegevens. Je kunt het daar ook per app uitzetten, of weer aanzetten als het nodig is.
  1. Maak een inventarisatie voor je veelgebruikte apps “De meeste apps vragen toegang tot bepaalde gegevens. Sommige apps hebben die gegevens ook echt nodig om te werken, of om beter of sneller informatie te bieden. Bedenk daarom per app goed welke gegevens je wel of niet wilt delen.”Een paar voorbeelden:
    • Voor apps als Google Maps en je hardloopapp is het handig om je locatiegegevens te delen, anders werkt de app niet goed.
    • Bij apps als Buienradar of NS Reisplanner kan het ook handig zijn, omdat je dan sneller informatie krijgt over het weer op jouw locatie, of de treintijden op het dichtstbijzijnde station. Je kan voor veel apps ook besluiten om je locatie niet continu aan te zetten, maar alleen als het nodig is.
    • Maar pas op met je locatie in apps als Facebook, Twitter of Instagram: die hebben het helemaal niet nodig. Zet die voor deze apps daarom uit. Anders weet straks iedereen waar je woont, als je iets vanuit je huis post op Instagram.”

“Ga zo per app na wat je er nodig is om te delen en wat niet: waarom willen ze toegang tot je contacten, agenda, en je camera? Voor een fotobewerkingsprogramma is toegang tot je camera nodig. Voor Facebook is het ook handig als je foto’s wilt uploaden. Maar is het voor je hardloopapp ook nodig? Denk daar over na.”

Nog meer weten? Kijk dan op ConsuWijzer.


 

Review: Padlet vs Blendspace……..en een teaser-tje Kahoot

Wat kun je met de ene applicatie en wat met de andere? Beide applicaties worden bij ons in de branche gebruikt. Padlet heb ik al eens eerder over geblogd en is daarbij het meest bekend en Blendspace wordt her en der nu “ontdekt”.

pl2

Voorbeeld 1Padletgebruik

pl1

Voorbeeld 2 Padletgebruik

bsp

Voorbeeld Blendspacegebruik

 

Als eerste een korte indruk van beide middels filmpjes van Vimeo en YouTube.

Padlet:

Padlet (voorheen Wallwisher) is een gratis en zeer gebruiksvriendelijke online tool om van alles en nog wat op een virtuele muur een plaats te geven. Je kunt dit eventueel van te voren voorbereiden en vervolgens gezamenlijk met je studenten of in groepjes aan de slag gaan.
Je kunt daarbij o.a. afbeeldingen, links, video’s toe voegen. De “muur” kun je volledig openstellen voor iedereen of een selecte groep. Zo kun je een “muur“ laten maken m.b.t. grammatica, woordenschat, debatten, standpunten, verpleegkundige thema’s, ethische kwesties et cetera.
Hoe werkt het? Maak een account aan en bouw een nieuw prikbord. Je kan met meerdere mensen tegelijk werken, inloggen is niet nodig, je kan direct aan de slag.
Bekijk de Padlet Gallery om verdere suggesties op te doen.

Sinds kort is er ook een betaalde versie voor scholen: Padlet Backpack https://nl.padlet.com/padlet-backpack

Een aantal extra mogelijkheden die je dan hebt:

  • Gebruikersbeheer en toegangscontrole
    Automatisch toegang tot de spullen die je hebt gemaakt. Mogelijkheid om beheerders en docenten rechten te geven om het werk van de student te kunnen zien.
  • Meer privacy
    Alle padlets zijn standaard alleen zichtbaar voor de mensen binnen de school. Alle social media functies, zoals Facebook zijn te verwijderen. Dit alles zonder afbreuk te doen aan het gemak van het delen met anderen, met inbegrip van het delen buiten de school.
  • Branding
    Eigen schoolnaam en logo. Eigen subdomein, bijvoorbeeld albeda.padlet.org of gebruik maken van eigen domein albeda.com mogelijk.
  • School-brede activity monitoring
    Vinger aan de pols houden wat er gaande is – wat er wordt gemaakt, wat er wordt gedeeld.

Kosten: € 40,65 per docent per jaar

Blendspace

Blendspace stelt je in staat om allerlei materiaal en of bronnen in “tegels” bij elkaar te brengen en met een “voorgestelde route” te doorlopen. Je hebt hierbij een beperkte mogelijkheid qua vormgeving….wat het ook wel weer makkelijk maakt. Het is ook mogelijk om één of meerdere tegels te gebruiken als toets/quiz. Het materiaal dat je gemaakt hebt kun je vervolgens met een link delen met een groep of klas. Je kunt ook een groep/klas aanmaken met inlogcodes. Hiermee stel je mensen in staat om ook bijvoorbeeld bij de diverse “tegels” opmerkingen te plaatsen en bijvoorbeeld toets/quiz-vragen te beantwoorden. Als maker kun je vervolgens alle verrichtingen volgen.

Knipsel1
Hoe werkt het? Ook bij Blendspace maak je weer een account aan en kunt vervolgens een les, training o.i.d. maken.
Hierbij een link naar een door mij gemaakte Blendspace over Kahoot:

Knipsel

Blendspace over Kahoot

https://www.blendspace.com/lessons/ZqXdo4OuPNme1g/kahoot

Indien je de inzet van Blendspace combineert met bijvoorbeeld Facebook en/of Adobe Connect kun je er ook goed een MOOC mee maken.
Bekijk de Blendspace Gallery om verdere suggesties op te doen.


 

Overview:

 
Padlet
Blendspace
Opzoeken
Bij het behandelen van een bepaald thema studenten informatie laten zoeken op bepaalde websites of sociale media: wat wordt er allemaal gezegd over het onderwerp? Welke meningen en achtergrondinformatie zijn er?
Ja
Ja
Verzamelen
Studenten kunnen zelf de informatie die ze vinden toevoegen.
Ja,
en gezamenlijk gebruik mogelijk.
Nee,
de enige mogelijkheid is om ”aantekeningen” (voor iedereen zichtbaar) bij de diverse “dia’s” te plaatsen.
Ordenen
Het vinden van informatie is vaak niet het probleem, wel het orde scheppen in de overvloed aan informatie. Door te puzzelen met de informatie en te zoeken naar een logische ordening, krijgt de maker grip op het onderwerp en leert dat er meerdere kanten aan kunnen zitten. 
Primair wordt er geordend door de maker.
Er is echter ook de mogelijkheid om hier anderen, bijvoorbeeld de studenten…of één per studentengroepje….deze rechten ook te geven.
Primair wordt er geordend door de maker.
Het is wel mogelijk om met co-auteurs te werken. Echter is dit niet zo handig qua tool en opzet om met studenten te doen als de functionaliteit van Padlet.
Visualiseren
+++
Tekst, Pdf’s, links, afbeeldingen, foto’s, video
+++
Idem.

 

Publiceren
Facebook, Twitter, Google+, LinkedIn, e-mail, website, RSS, print, Pdf, Excel, CSV, WordPress
Facebook, Twitter, e-mail, website, Edmodo
Van lastige thema’s tot discussie in de klas Kan door docenten worden gebruikt worden om een thema aan een klas uit te leggen
+
Meer geschikt als activerende werkvorm waarmee je gezamenlijk aan de slag gaat en een “thema” vult.
+++
Werkt volgens een te doorlopen route.
Materiaal laat zich goed en gestructureerd wegzetten.
Mening vormen 
Tool om in de klas een debat op gang te brengen.
+++
+
Vragen functionaliteit
Nee
Gesloten varianten (MC, Ja/Nee etc), alleen tekstueel

Overig

 
 
Kosten
X
X
Installatie nodig
X
X
Taal v.d. Tool
Nederlands
Engels
Account voor “maker” nodig
V
V
Account voor “student” nodig
X
Tenzij mede beheerder
X
Tenzij ook mede auteur
“Besloten ruimte”
V
V
“Toegankelijkheid/eenvoud/gebruiksgemak” docenten
+++
+++
“Toegankelijkheid/eenvoud/gebruiksgemak” studenten
+++
+++

Conclusie

Beide programma’s zijn eenvoudig in gebruik en snel inzetbaar. De doelstelling is echter wel verschillend. Bij Padlet is de insteek meer het met elkaar (studenten met en/of docent(en)) kunnen verzamelen van informatie, reacties en andere input rondom bijvoorbeeld een bepaald thema, onderwerp, agenda-, evaluatie-, discussie-punt.
Bij Blendspace is het meer een verzameling en inrichting door bijvoorbeeld de docent waarna een “les” gevolgd kan worden door studenten.
Goed kijken dus wat precies je doelstelling is.

De opties bij de betaalde versie van Padlet zijn wel aardig maar gaan qua kosten nogal oplopen indien dit door veel docenten gebruikt gaat worden.
Of deze kosten opwegen tegen de opties zal goed bekeken moeten worden.
Als je namelijk voor elke tool de betaalde variant zou nemen schieten de jaarlijkse totaalkosten omhoog.
Ik kan in ieder geval nog goed uit de voeten met de gratis versie.

Nieuw jaar….nieuwe kansen, mogelijkheden en uitdagingen….

Druk, druk, druk…..geweest….
Maar ik pak het nu weer op…..mijn blog.

Als eerste bericht in 2015 wil ik in het kort een aantal zaken de revue laten passeren die mij de afgelopen tijd opvielen. Kortom, vanwege het “korte karakter” per item, een “Quick” start in dit nieuwe jaar.


Als eerste de Hololens van Microsoft

Feitelijk is het een soort bril, die enige overeenkomsten vertoond met de Google Glass en de Oculus Rift. hololensHet verschil is echter dat de Google Glass zich voornamelijk richt op notificatie/berichtgeving, de Oculus Rift op complete virtuele werelden waar de Hololens zicht richt op het toevoegen van allerlei virtuele dingen aan de “bestaande wereld”. Het beste kun je dit middels het onderstaande filmpje bekijken.

afb filmpje holo

Filmpje Hololens

Het werkt d.m.v. diverse sensoren die lichaams-, hand-, en hoofdbewegingen meten, in combinatie met camera’s in de bril.

Toepasbaar binnen het onderwijs? Sector Gezondheidszorg?

Ik denk van wel….mits er natuurlijk relevante software voor is… Bijvoorbeeld als hulp voor het “aanleren” van vaardigheden (al dan niet met Skypetoepassing (zie filmpje)), het bestuderen van anatomische modellen, het behandelen van een “virtuele patiënt”, het kunnen bekijken van diverse onderzoek/behandelkamers.

Wanneer is hij te koop?
De verwachting is begin 2016. De prijs is nog niet bekent. Daarbij staat Microsoft nu ook voor de uitdaging om ontwikkelaars te vinden die toepassingen gaan bouwen waar gebruikers echt iets aan hebben.

Conclusie
Ziet er spectaculair uit. Lijkt zeker potentie te hebben voor gewone gebruikers, bedrijven maar ook het onderwijs. Ik ben in ieder geval razend enthousiast.


Als tweede Padlet. Al eerder aan de orde geweest….er is echter nu ook een “school variant”.

Wat is er anders, volgens de makers van Padlet, en kost het wat vraag je je misschien af….?Padlet

Gebruikersbeheer en toegangscontrole: mensen toe te voegen en te verwijderen uit de “school”. Nieuwe studenten? Automatisch toegang mogelijk tot “lessen” en andere spullen die je hebt gemaakt. Geef beheerders en docenten rechten op het werk van een student.

Privacy: Alle padlets zijn, standaard, alleen zichtbaar voor de mensen in de “school”. Daarbij kun je ook alle sociale functies, zoals delen via Facebook uitzetten.

Extra beveiliging: Als we willen dat de padlets binnen de muren van de school blijven is dat te realiseren.

Branding: school naam en logo. Ook een eigen subdomein of domein behoort tot de mogelijkheden

School-brede activiteiten monitoring: Wat er wordt gemaakt, wat er wordt gedeeld…en door wie.

Grotere bestand upload: Upload bestanden tot 250MB groot. Dat is 10 keer meer dan wat je krijgt op padlet.com.

Kosten: $45,– per docent per jaar. Studenten hebben vrij toegang.

Conclusie
Vind het aardig aan de prijs. Binnenkort toch maar wel eens gaan bekijken.


Als derde Windows 10.

Microsoft is druk bezig met de ontwikkeling van versie 10. Versie 9 wordt daarbij als nummer overgeslagen.

Hierbij is het interessant om te weten dat Windows 10 het eerste jaar na verschijning een gratis upgrade is voor alle gebruikers van Windows 7, Windows 8.1 en Windows Phone 8.1. Schaf je hem na dit jaar aan dan zal er waarschijnlijk wel betaald moeten worden voor een upgrade.

Het lijkt er echter op dat deze voor de consumentenmarkt pas eind 2015 beschikbaar komt.

Ben je al geïnteresseerd in Windows 10 zie dan bijvoorbeeld de volgende review:

w10

Preview windows 10


En al laatste AnwerGarden: een voor mij nieuw feedback tool-tje.

answ

Link naar Answergarden

 Hoe werkt het? Je plaatst een vraag, nodigt de deelnemers uit in een tweet, e-mail, site of de link op het bord of in een presentatie. Als de deelnemers reageren ontstaat vanzelf de nieuwe “Woordwolk”.

answ vb

Het is bijvoorbeeld real time te gebruiken in de klas als educatief hulpmiddel of tijdens het werk als een creatieve brainstorm tool. Je hoeft er zelfs niet voor bij elkaar te zitten.

Het geheel is wel anoniem…je ziet niet wie welk antwoord heeft gegeven…..heeft ook zo zijn voordelen…..geen inlog nodig!

Misschien wil je deze voor mij invullen…….:

ag

 

Verder is het ook nog eens gratis.

Nadat je een “Woordwolk” hebt kun je deze eventueel ook exporteren naar Wordle of Tagxedo om daar een mooiere grafische variant te maken voor bijvoorbeeld een poster. Bijvoorbeeld met Wordle:

wordle

En met Tagxedo:

tagx


Wil je reageren op één of meerdere items…..
Ga gerust je gang.

Rooster app

De eerste week zo na de vakantie zit er alweer bijna op…..weer helemaal bijgetankt…..dus tijd weer voor een nieuw berichtje….

Even voor de zomervakantie zag ik een app waarop je, docent of student, je lesrooster zou kunnen zien. Geschikt voor IOS, Android en Windows Phone.

http://lightrooster.moredouble.com

Was erg benieuwd en heb deze gelijk geïnstalleerd op mijn Windows Phone.

Tot mijn verbazing zag ik dat ik in deze app inderdaad ook de lesroosters van het Albeda tot op klasniveau kon vinden.
En nog eens vrij eenvoudig ook.

lr1 lr2lr3

Zelf verzorg ik geen lessen en heb ik geen noodzaak om hem te gebruiken.
Daarbij echter heb ik verder eigenlijk nog nooit iemand gehoord over deze app.

Nu ben ik toch erg benieuwd wie deze app binnen ons college kent, deze gebruikt (en op welk systeem) en je gebruikerservaring.
Verder ook de vraag of dit bij studenten wel bekend is en hoe zij deze app eventueel vinden.

Werk je niet bij ons maar kun je wel antwoorden geven op deze vragen….ga dan gerust je gang.
Graag dan even de vermelding van je organisatie erbij.

 

Digitale leerlijn “De medewerkers e-competent”

In 2011 ben ik enthousiast geworden met betrekking tot  de digitale leerlijn “de docent e-competent” van het NOVA college.

Deze leerlijn is vormgegeven binnen Wikiwijs.
Dit is een platform voor het onderwijs om leermiddelen te maken, te delen, zoeken en te vinden.

ww

De  bedoeling vanuit het NOVA college was dan ook om de ontwikkelde leerlijn breed beschikbaar te stellen en waar mogelijk gezamenlijk met andere ROC’s onderdelen uit te werken en vervolgens weer te delen.
Customizing voor de eigen organisatie was hierbij geen probleem.

In 2012 ben ik dan ook enthousiast gestart met het aanpassen en aanvullen tot de digitale leerlijn “De medewerkers e-competent”.
Na de “Live-gang” heb ik aan deze leerlijn op verschillende manieren, en momenten, aandacht besteed, als eerste binnen de branche en later binnen de hele organisatie.

dl

Primair was mijn idee ook om te gaan werken met “badges”. Hiermee zou iemand op een onderdeel (tool) binnen de digitale leerlijn brons, zilver of goud kunnen halen.
De achterliggende gedachte was dat hierdoor het “competitie/game element” voor sommige zou gaan spelen…..wie heeft de meeste badges….en dus de meeste vaardigheden….
Tevens zou hierdoor inzichtelijk worden bij wie je het beste te raden zou kunnen gaan indien je met een tool aan de slag zou willen of indien je hulp nodig zou hebben. 
Ook was het een idee om specifieke tools/onderdelen verplicht te stellen afhankelijk van de rol die iemand in de branche vervulde. Hierbij zou het kunnen gaan om organisatie-, branche- en opleidings-specifieke tools.

Daarnaast zou er nog een heel palet overblijven waaruit met individueel zou kunnen kiezen….afhankelijk van de behoefte en de gewenste vormgeving van het onderwijs.

Helaas hebben die twee ideeën het vooralsnog niet gehaald.

Echter een moment van bezinning.
Indien ik van deze digitale leerlijn de statistieken bekijk, het totaal en op onderdelen, blijkt het bezoek minimaal te zijn.
Sommige onderdelen worden weleens bezocht…anderen nooit.

Blijkbaar zijn er genoeg wegen (google, youtube en bijvoorbeeld middels workshops, die ik ook verzorg) waarop men aan deze informatie kan komen en zich de vaardigheid kan eigen maken.
Deze digitale leerlijn lijkt daarmee overbodig te zijn waarbij de kosten en baten niet in verhouding staan met elkaar.

Zelf denk ik dat het rendement gewoon te laag is om het geheel voor te zetten.
Het zou een overweging kunnen zijn om die elementen die wel regelmatig bezocht worden los te halen en eventueel aan te bieden onder een kopje “Tools”.

De vraag is dus….hoe nu verder…..

Ik ben daarbij erg benieuwd hoe anderen hier tegen aan kijken.