Site-archief
Review: eHealth Implementatie congres 1 december ’15
Samen met twee collega’s, Conny Roos en Piet van Wijk heb ik dit congres, georganiseerd door Springer Media, in Utrecht bezocht.
Helaas kon ik zelf alleen de workshops in de middag volgen. Hierbij wat highlights m.b.t. twee van de door mij gevolgde workshops.
Als eerste van Erik Vollebregt:
Dit zijn de grote vragen die uit de presentatie naar voor kwamen?
- Wanneer is een programma/app nu te definiëren in het kader van een ondersteuning van je eigen gezondheid en wanneer verschuift dit naar “medisch”?
- Afweging bescherming privacy i.r.t. de noodzaak te zoeken naar “(un)known unknown” in het kader van (medisch)onderzoek?
- Naar welke standaarden moet alles en iedereen werken voor publieke gezondheidszorg?
Maar waarom dan? het blijkt soms lastig om een scheidslijn te trekken tussen een programma/app die als enig doel heeft om zelfstandig met je gezondheid aan de slag te gaan dan wel dat deze ook een medisch karakter heeft. Een app die bijvoorbeeld je hartslag of bloeddruk meet…. waar zou jij die zelf onder scharen? Daarbij is het ook zo dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg programma’s en apps steeds frequenter controleert aan de hand van het Besluit Medische Hulpmiddelen. Zij checken daarbij apps in appstores, binnen de sector/instelling ontwikkeld en gebruikt, dan wel extern ontwikkeld door een bedrijf of particulier. Indien er geen CE markering blijkt te zijn kan er een boete worden opgelegd die kan oplopen tot €900.000,–. Hiertoe zijn er de afgelopen tijd al 4 boetes uitgereikt van zo’n €80.000,–.
Het blijkt dus soms nog lastig om iets goed te classificeren. Wet en regelgeving is vaak, ook in Europeesverband, vaag en onduidelijk en soms zelfs eHealth vijandig. Nederland blijkt daarbij ook geen koploper te zijn maar lijkt wereldwijd verder af te zakken. Ten opzichte van een groot deel van de andere lidstaten van de EU gaat Nederland achterlopen.
Gegeven voorbeeld “het EPD”. Daarbij wordt aangegeven dat Nederland te veel op zichzelf is gericht en te weinig kijkt, en in overleg met landen gaat waar dit wel succesvol geïmplementeerd is. Men tracht het wiel opnieuw uit te vinden en blijft “doormodderen” op de ingeslagen weg. Kleine initiatieven worden daarbij niet genoeg gestimuleerd en grotere initiatieven treft men mismanagement bij aan.
Binnen de EU blijken er toch ook grote verschillen. Binnen EU verband heeft men zeker grote ambities maar bijna geen bevoegdheden, geen uitwisseling en te weinig zicht op best practices.
De EU heeft op dit moment als doel het thema “bescherming persoonsgegevens”, “veiligheid/werkzaamheid medische hulpmiddelen” en “e-Identificatie”.
Kortom was het een kritisch beschouwende, en waarschuwende workshop.
Indruk Piet van Wijk, docent coördinator Care opleidingen
In het plenaire ochtendprogramma hebben we met name de ervaringen met eHealth binnen de psychiatrie verwoord gekregen. Duidelijk kwam naar voren dat eHealth een belangrijke pijler in de behandeling van patiënten met een psychiatrische stoornis kan zijn en dit deels al is. Nog niet helemaal duidelijk is op welke patiëntengroepen dit het meeste effect heeft. Hier zal meer onderzoek naar gedaan moeten worden.
In de middag een workshop gevolgd over het betaalbaar implementeren van eHealth. Dit was een zeer enthousiast gebrachte presentatie die echter voor een docent zonder, economische opleiding , lastig te volgen was. Hierna een sessie over hoe je de medewerkers op de vloer kunt ondersteunen bij de invoer van eHealth en de essentiële stappen die hierin gezet dienen te worden. Tenslotte een workshop over de succesvolle mislukkingen binnen eHealth. Hierbij was het soms gissen of het om een echte mislukking ging of wel degelijk een succes.
Al met al een leerzame dag en gezellige dag. Het belangrijkste wat ik er van meegenomen heb: Als eHealth binnen de zorg nu reeds wordt toegepast zal dit binnen het onderwijs van de verpleegkundige (vervolg) opleidingen ook in het curriculum moeten worden opgenomen. E-health zal immers een als maar prominentere plaats in de zorg krijgen, zowel intra- als extramuraal.
De tweede die van Saskia Timmer over “Adoptie van eHealth door online leren”.
Als eerste een gesteld dilemma bij de invoering van eHealth, die feitelijk op heel veel innovatietrajecten te leggen is….ook bijvoorbeeld bij onderwijsontwikkeling: Professionals willen in hun flow werken waarbij eHealth als innovatie ontwricht en schuurt.
De oplossing die kan leiden tot een succesvolle verandering zit in de manier van aanpak.
Hierbij wordt uitgegaan van de theorie van T. Knoster (1991) Visie is daarbij van belang om niet tot “verwarring” in de organisatie te leiden. Daarbij dient het belang met daarbij de impact/consequenties duidelijk gecommuniceerd te worden om de weerstand te verminderen. Verder benodigd een goed plan en genoeg middelen om chaos en frustraties te voorkomen. Verder is een goed inzicht in, inzet van, opschalen van en communicatie m.b.t. competenties van belang om “angst” bij medewerkers te voorkomen.
Verdere uitdieping vond plaats m.b.t “Mensfactoren veranderweerstand”
Op zich tot nu toe niet onbekend, wel bij mij weer wat naar de achtergrond geraakt, dus wel weer eens goed om bij stil te staan.
Het vervolg ging natuurlijk over, de titel zei het al, over hoe online leren dit traject kan ondersteunen. Hiertoe heeft het betreffende bedrijf, Changing Healthcare, een onderzoek gedaan. De uitkomst leidt tot het vormgeven van een adaptief maatwerkleertraject. Hierbij dient het persoonlijk profiel als basis voor een leerpad te dienen op basis van competenties en leerstijl. Aansluitend werd stilgestaan bij de door hun ontwikkelde opleidingsmethode om succesvol te kunnen implementeren.
Duidelijk verhaal met wel een acquisitie kantje.
Vanuit mijn kant, onderwijs, bekeken een goede opfrisser. Goed uitgangspunt om uit te gaan van het individu bij het vormgeven van een leertraject. Of dit altijd op alle aspecten haalbaar zal zijn is wel de vraag. In het reguliere onderwijs helaas niet. Altijd zullen er op basis van kosten/baten concessies gedaan moeten worden om te komen tot een aantal (betaalbare) varianten. Neemt niet weg dat je met on-line leren ook hier steeds meer mogelijkheden krijgt in het aanbieden en doorlopen, tijd-plaats-tempo onafhankelijk, van je leerstof.
Indruk Conny Roos, docent verpleegkunde opleiding
Bij dit congres hebben verschillende sprekers hun woord gedaan over implementatie van eHealth. Het is daarbij moeilijk om een goede samenvatting te geven omdat het vanuit verschillende invalshoeken wordt belicht. Ik kies er voor om een paar opvallende items voor mij te beschrijven.
De belangrijkste boodschap is dat implementeren van eHealth een moeilijk proces is.
Inmiddels zijn er meer dan 30.000 apps in Nederland en meer dan 70.000 apps in Europa ontwikkeld. Je kunt eigenlijk spreken van een soort wildgroei waar nog niet genoeg mee wordt gewerkt.
Belangrijk is dat er voor de implementatie tijd wordt uitgetrokken en dat er financieel in wordt geïnvesteerd.
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan om in beeld te krijgen waarom het implementeren nu zo lastig is. Een van de oorzaken is dat de technologie zo snel gaat, dat we min of meer worden ingehaald door de ontwikkelingen. Verder is er de angst dat het een vervanger is i.p.v. een middel tot efficiëntere betere zorg.
Ook is er sprake van versnippering in ICT land en is er geen duidelijke regie. Zelfs de onderzoekmethoden van nu passen eigenlijk niet meer bij de nieuwe ontwikkelingen.
Herkenbaar is om te horen dat digitaliseren in de zorg in eerste instantie begint bij alle teksten digitaal te zetten. We beginnen bij A en eindigen bij Z. Men komt er nu achter dat dit niet de juiste manier is, maar dat er veel meer in kleine componenten gewerkt moet worden. Voor mij is dit is ook herkenbaar in het onderwijs. De afgelopen jaren hebben we een digitaal ondersteuningsmagazijn, maar dit is niet meer dan opdrachten digitaal zetten.
Als laatste wil ik nog noemen dat eHealth niet de vervanger moet zijn van de zorg, maar een aanvuller. Voorbeeld zijn de blended vormen. Deels face to face en deels online.
Er wordt meer gezocht naar win- win situaties.
De transfer naar het onderwijs is voor mij heel herkenbaar. Het is belangrijk dat we verpleegkundigen leren werken met hun digitale taak. Het is geen vervanging maar een aanvulling met als doel de kwaliteit van zorg te verbeteren.
Geïnteresseerd in alle presentaties?
Review: Padlet vs Blendspace……..en een teaser-tje Kahoot
Wat kun je met de ene applicatie en wat met de andere? Beide applicaties worden bij ons in de branche gebruikt. Padlet heb ik al eens eerder over geblogd en is daarbij het meest bekend en Blendspace wordt her en der nu “ontdekt”.
Als eerste een korte indruk van beide middels filmpjes van Vimeo en YouTube.
Padlet:
Padlet (voorheen Wallwisher) is een gratis en zeer gebruiksvriendelijke online tool om van alles en nog wat op een virtuele muur een plaats te geven. Je kunt dit eventueel van te voren voorbereiden en vervolgens gezamenlijk met je studenten of in groepjes aan de slag gaan.
Je kunt daarbij o.a. afbeeldingen, links, video’s toe voegen. De “muur” kun je volledig openstellen voor iedereen of een selecte groep. Zo kun je een “muur“ laten maken m.b.t. grammatica, woordenschat, debatten, standpunten, verpleegkundige thema’s, ethische kwesties et cetera.
Hoe werkt het? Maak een account aan en bouw een nieuw prikbord. Je kan met meerdere mensen tegelijk werken, inloggen is niet nodig, je kan direct aan de slag.
Bekijk de Padlet Gallery om verdere suggesties op te doen.
Sinds kort is er ook een betaalde versie voor scholen: Padlet Backpack https://nl.padlet.com/padlet-backpack
Een aantal extra mogelijkheden die je dan hebt:
- Gebruikersbeheer en toegangscontrole
Automatisch toegang tot de spullen die je hebt gemaakt. Mogelijkheid om beheerders en docenten rechten te geven om het werk van de student te kunnen zien. - Meer privacy
Alle padlets zijn standaard alleen zichtbaar voor de mensen binnen de school. Alle social media functies, zoals Facebook zijn te verwijderen. Dit alles zonder afbreuk te doen aan het gemak van het delen met anderen, met inbegrip van het delen buiten de school. - Branding
Eigen schoolnaam en logo. Eigen subdomein, bijvoorbeeld albeda.padlet.org of gebruik maken van eigen domein albeda.com mogelijk. - School-brede activity monitoring
Vinger aan de pols houden wat er gaande is – wat er wordt gemaakt, wat er wordt gedeeld.
Kosten: € 40,65 per docent per jaar
Blendspace
Blendspace stelt je in staat om allerlei materiaal en of bronnen in “tegels” bij elkaar te brengen en met een “voorgestelde route” te doorlopen. Je hebt hierbij een beperkte mogelijkheid qua vormgeving….wat het ook wel weer makkelijk maakt. Het is ook mogelijk om één of meerdere tegels te gebruiken als toets/quiz. Het materiaal dat je gemaakt hebt kun je vervolgens met een link delen met een groep of klas. Je kunt ook een groep/klas aanmaken met inlogcodes. Hiermee stel je mensen in staat om ook bijvoorbeeld bij de diverse “tegels” opmerkingen te plaatsen en bijvoorbeeld toets/quiz-vragen te beantwoorden. Als maker kun je vervolgens alle verrichtingen volgen.
Hoe werkt het? Ook bij Blendspace maak je weer een account aan en kunt vervolgens een les, training o.i.d. maken.
Hierbij een link naar een door mij gemaakte Blendspace over Kahoot:
https://www.blendspace.com/lessons/ZqXdo4OuPNme1g/kahoot
Indien je de inzet van Blendspace combineert met bijvoorbeeld Facebook en/of Adobe Connect kun je er ook goed een MOOC mee maken.
Bekijk de Blendspace Gallery om verdere suggesties op te doen.
Overview:
|
Padlet |
Blendspace |
Opzoeken
|
Ja |
Ja |
Verzamelen
|
Ja,
|
Nee,
|
Ordenen
|
Primair wordt er geordend door de maker.
|
Primair wordt er geordend door de maker.
|
Visualiseren |
+++
|
+++
|
Publiceren |
Facebook, Twitter, Google+, LinkedIn, e-mail, website, RSS, print, Pdf, Excel, CSV, WordPress |
Facebook, Twitter, e-mail, website, Edmodo |
Van lastige thema’s tot discussie in de klas Kan door docenten worden gebruikt worden om een thema aan een klas uit te leggen |
+
|
+++
|
Mening vormen
|
+++ |
+ |
Vragen functionaliteit |
Nee |
Gesloten varianten (MC, Ja/Nee etc), alleen tekstueel |
Overig |
|
|
Kosten |
X |
X |
Installatie nodig |
X |
X |
Taal v.d. Tool |
Nederlands |
Engels |
Account voor “maker” nodig |
V |
V |
Account voor “student” nodig |
X
|
X
|
“Besloten ruimte” |
V |
V |
“Toegankelijkheid/eenvoud/gebruiksgemak” docenten |
+++ |
+++ |
“Toegankelijkheid/eenvoud/gebruiksgemak” studenten |
+++ |
+++ |
Conclusie
Beide programma’s zijn eenvoudig in gebruik en snel inzetbaar. De doelstelling is echter wel verschillend. Bij Padlet is de insteek meer het met elkaar (studenten met en/of docent(en)) kunnen verzamelen van informatie, reacties en andere input rondom bijvoorbeeld een bepaald thema, onderwerp, agenda-, evaluatie-, discussie-punt.
Bij Blendspace is het meer een verzameling en inrichting door bijvoorbeeld de docent waarna een “les” gevolgd kan worden door studenten.
Goed kijken dus wat precies je doelstelling is.
De opties bij de betaalde versie van Padlet zijn wel aardig maar gaan qua kosten nogal oplopen indien dit door veel docenten gebruikt gaat worden.
Of deze kosten opwegen tegen de opties zal goed bekeken moeten worden.
Als je namelijk voor elke tool de betaalde variant zou nemen schieten de jaarlijkse totaalkosten omhoog.
Ik kan in ieder geval nog goed uit de voeten met de gratis versie.
Rooster app
De eerste week zo na de vakantie zit er alweer bijna op…..weer helemaal bijgetankt…..dus tijd weer voor een nieuw berichtje….
Even voor de zomervakantie zag ik een app waarop je, docent of student, je lesrooster zou kunnen zien. Geschikt voor IOS, Android en Windows Phone.
http://lightrooster.moredouble.com
Was erg benieuwd en heb deze gelijk geïnstalleerd op mijn Windows Phone.
Tot mijn verbazing zag ik dat ik in deze app inderdaad ook de lesroosters van het Albeda tot op klasniveau kon vinden.
En nog eens vrij eenvoudig ook.
Zelf verzorg ik geen lessen en heb ik geen noodzaak om hem te gebruiken.
Daarbij echter heb ik verder eigenlijk nog nooit iemand gehoord over deze app.
Nu ben ik toch erg benieuwd wie deze app binnen ons college kent, deze gebruikt (en op welk systeem) en je gebruikerservaring.
Verder ook de vraag of dit bij studenten wel bekend is en hoe zij deze app eventueel vinden.
Werk je niet bij ons maar kun je wel antwoorden geven op deze vragen….ga dan gerust je gang.
Graag dan even de vermelding van je organisatie erbij.